Het taalgebied van het Gronings wordt over het algemeen omschreven als volgt: de gehele provincie Groningen, de kop van Drenthe, de Drentse veenkolonieën ten oosten van de Hondsrug en het oostelijke deel van de gemeente Kollumerland in de provincie Friesland. Het sprekersaantal ligt ongeveer op 300.000. Het aantal mensen dat het Gronings goed tot zeer goed verstaat ligt vele malen hoger. Hierbij moet worden gedacht aan mensen die al heel lang in Groningen wonen, maar daar niet vandaan komen en vooral aan kinderen van ouders die Gronings spreken, maar dit zelf niet doen.
De Groningse en Oost-Friese dialecten kunnen worden ingedeeld zoals op het bovenstaande kaartje afgebeeld:
- Kollumerpompsters (Pompsters)
- Westerkwartiers (Westerkertiers)
- Hoogelands (Hogelaandsters)
- Stadsgronings (Stadjeders)
- Noordenvelds of Noord-Drents (Noordvelds of Noorddrènts)
- Veenkoloniaals (Veenkelonioals)
- Westerwolds (Westerwoolds)
- Oldambts en Reiderlands (Oldambtsters en Raiderlaands/Reiderlandsk)
- Veen-Oostfries (Fehnoostfreesk)
- Auricherlands (Auerkerlandsk)
- Krummhörns (Krummhörnsk)
- Borkums (Börkumsk)
- Klei-Oostfries of Brookmerlands (Klaaioostfreesk of Brookmerlandsk)
- Eiland-Oostfries (Eilandoostfreesk of Inseloostfreesk)
- Harlingerlands (Harlingerlandsk)
- Jeverlands (Jeverlandsk)
Het Harlingerlands en het Jeverlands worden door de lokale bevolking vaak wel aangeduid als Oostfries, maar taalkundig worden zij vaker bij het (Noord-)Oldenburgs ingedeeld. Het Westerkwartiers wordt soms als apart dialect aangeduid, aangezien deze andere klanken gebruikt. Echter doordat het gebruik van halfklinkers en de woordenschat wel overeenkomen met de andere dialecten van Groningen, wordt het Westerkwartiers er meestal toch wel onder gerekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten