zondag 20 maart 2011

Fonetiek van het Gronings

Het volgende stuk is afkomstig van de Nederlandse wikipedia:

Het Gronings kenmerkt zich door bepaalde klanken en de aparte uitspraak van bepaalde letters. Deze kenmerken worden door niet-sprekers over het algemeen als "boers" ervaren, terwijl ze veel overeenkomsten hebben met de Duitse en Deense uitspraak. Bij de voorbeelden wordt sterk verwezen naar het IPA, het International Phonetic Alphabet. Enkele van de meest voorkomende tekens zijn ˢ en ʰ: deze geven aan dat de voorafgaande klank wordt uitgesproken met respectievelijk een lichte s-klank (zoals ook voorkomt in het Duits en het Deens) en een uitstoot van extra lucht, zoals bij de beginklanken van de Engelse woorden park, car, tip. Het teken ː geeft aan dat de voorafgaande klinker lang wordt aangehouden. De gecombineerde tekens n̩, m̩, ŋ̩ worden gebruikt om klanken aan te geven die een zelfstandige lettergreep vormen ondanks de afwezigheid van een klinker. Om nauwelijks hoorbare klanken weer te geven worden de tekens d̥ en b̥ gebruikt.

Letters
In het Gronings komen verschillende lettercombinaties en accentstreepjes voor die niet in het Nederlands voorkomen of die anders worden gebruikt. Deze worden hieronder behandeld. De letters q en c worden niet gebruikt in het Gronings. De c kan echter wel voorkomen in de combinatie ch, ook al bestaat voor veel Groningssprekers deze combinatie enkel voor de sier; voor velen is er geen hoorbaar verschil tussen ch en g.

letteruitspraakvoorbeeld uitspraak
aeen klank tussen è en aa in. Wordt voor l verder achterin de mond uitgesproken. IPA: a, aː, ɑdat [datˢ], kare [kʰaːrə] (kar), geval [ɣəvɑɫ]
aaeen langere klank tussen è en aa in: aː, ɑːnaacht [naːxt] (nacht), aal [ɑːɫ] (wel)
aiai of oi. Monoftongiseert voor veel sprekers tot donkere a voor l: ai, ɑi, ɑnait [naitˢ, nɑitˢ] (niet), akkenail [aɡəˈnɑɫ] (dakkapel)
aaide lang aangehouden variant van ai. Monoftongiseert voor l: aːi, ɑːi, ɑːaainglieks [ˈaːiŋ̩liks] (eigenlijk), zaail [zɑːɫ] (zeil)
aauween lang vastgehouden versie van Nl. ou, au, maar verder voor in de mond uitgesproken: aːublaauw [blaːu] (blauw)
eAls Nl. korte of lange e; lange e zoals in blèren of een sjwa. De lange e is altijd een diftong. Klinkt voor een l richting korte o: ɛ, ɛː, eːi, ə, ɐt westen [tˢʰ ͡ ʋ̥ɛsn̩] (het westen), doe bis west [du bɪz ͡ ʋ̥ɛːst] (jij bent geweest), bèr [bɛːr] (bed), toavel [tˢʰʊːvɐɫ] (tafel)
eeNl. ee , maar nooit uitgesproken als monoftong: einee [nei]
euNl. eu, maar altijd als diftong: ʏyscheuvellopen [ˈsxʏyvɐˌɫoub̥m̩] (schaatsen)
eurGemonoftongiseerde versie van eu: ʏːrdeur [dʏːr]
goorspronkelijk stemhebbend, steeds vaker als "harde" ch: ɣ, x, χGrunnen [ˈɣrʏn̩, χ(r)ʏn̩], ofgeven [ˈɔːfˌxeːb̥m̩] (afgeven)
ìee zoals in Nl. peer, maar nasaal: ɪ̃ːt ìnd [tˢʰɪ̃ː(n)tˢ] (het einde)
ieals Nl, of als ee in Eng. to need: i, iːmie [mi] (mij), kiend [kʰiːntˢ] (kind)
ijals (ouder) Nl. ei, ij, maar langer aangehouden.: ɛːitwij [tʰˢʋ̥ɛːi] (twee)
ksterk geaspireerd, behalve wanneer geplaatst naast s of een nasaal. Klinkt tussen klinkers en naast stemhebbende plosieven als Eng. g als in girl: kʰ, k, ɡkeren [ˈkʰɪː(r)n̩], skoren [skʊː(r)n̩], (scoren) ik bin [ɪɡ ͡ ˈbẽn] (ik ben)
lals in Nl., maar gevelariseerd ("donker") naast klinkers die achterin de mond worden uitgesproken en in de lettergreepauslaut.: l, ɫliest [ˈliːst] (lijst), laif [laif] (lief), bellen [ˈbɛːɫn̩, ]
nals Nl. n. Omdat in de veelvoorkomende uitgang -en de klinker wegvalt, wordt de n vaak uitgesproken als een opzichzelfstaande lettergreep. Bijkomstig past de nasaal zich aan aan de voorafgaande medeklinker: alveolair na een alveolair, labiaal na een labiaal, enzovoort: n, n̩, m̩, ŋ̩noeit [nuːitˢ] (nooit), katten [ˈkʰad̥n̩], hebben [ˈɦɛb̥m̩], vangen (ˈvaŋ̩)
o (ò)als Nl. korte of lange o, of als lange o in corps. Omdat deze klinker contrasteert met o/ó (hieronder beschreven) wordt zij soms geschreven als ò om verwarring te voorkomen.: ɔ, ɔː, oustok, (stòk) [stɔkʰ], potje, (pòtje) [pʰɔdjə], holt [ɦɔːɫtˢ] (hout)
oonooit een monoftong, als in sommige versies van Nl.: ourood [routˢ,]
o (ó)de korte variant van Gr. oa (hieronder beschreven), en wordt soms om verwarring te voorkomen geschreven als ó.: ʊstok, stók [stʊkʰ] (stuk), pótje [pʰʊdjə] (zuigeling)
oaoo als in Nl. oor: ʊːdoar [dʊːr] (daar)
öongeveer zoals in de Nederlandse uitspraak van shirt en freule. Wordt lang vastgehouden voor een r, welke vervolgens vaak wegvalt: œ, œːröt [rœtˢ] (verrot; rat), börg [bœː(r)x] (burcht)
pkan net als k sterk worden geaspireerd. Wordt stemhebbend tussen klinkers en bijna onhoorbaar naast een lettergreepvormende nasaal: pʰ, p, b, b̥peerd [pʰɪː(r)tˢ] (paard), spoaren [ˈspʊː(r)n̩] (sparen), dopen [ˈdoub̥m̩]
ruitspraak verschilt sterk per spreker: sommigen gebruiken een tongpunttril-r, anderen een brouw-r, weer anderen een gerolde uvulaire r als in het Duits. Kan tussen een lange klinker en een medeklinker wegvallen: r, ʀ, ʁraand [raːntˢ] (rand), steert [stɪː(r)tˢ] (staart)
sjVoor oudere sprekers nog een combinatie van twee klanken s en j, maar voor veel sprekers een enkele klank zoals in het Engels: sj, ʃ, ɕsjomp [ʃʊmp] (armoedzaaier)
taffricatiseert onder alle omstandigheden naar ts, tenzij omsloten door andere medeklinkers of aan het eind van een woord naast s. Wordt sterk geaspireerd uitgesproken onder dezelfde omstandigheden als k en p, en wordt onder bepaalde omstandigheden net als die twee fonemen stemhebbend of nauwelijks hoorbaar: tˢʰ, tˢ, t, d, d̥toes [tˢʰuːs] (thuis), aacht [aːxtˢ] (acht), stoan [stʊːn] (staan), katten [ˈkʰad̥n̩]
tjals een combinatie van twee klanken of als een enkele palataal: tj, cTjoop [coupʰ] (een minachtenswaardig persoon genaamd Joop), tjoenke [cuːŋɡə] (van toenke met het tj-voorvoegsel: een slecht tuintje, of een vergelijkbaar afwijzende uitspraak)
uilanger vastgehouden dan in het Nl, en nooit diep uitgesproken (als aa-uu of aai) zoals in het Poldernederlands: əːybluien [ˈbləːyn̩] (bloeien)
vIn de regel stemhebben, maar naast stemloze medeklinkers als f. Wordt voor een lettergreepvormende nasaal bilabiaal en bijna onhoorbaar: v, f, b̥vaarf [vaː(r)f] (verf), ofvaarfd [ˈɔːˌfaː(r)ftˢ] (afgeverfd), vaarven [ˈvaː(r)b̥m̩] (verven)
wniet een labiodentale fricatief zoals in het Nl., maar uitgesproken zonder hoorbare wrijving: ʋ̥waark [ʋ̥aː(r)kʰ] (bezigheid)

In dit schema wordt de ò beschreven als /ɔ/, maar meestal wordt met de schrijfwijze ò (of ô)  een langere klank bedoel zoals in 'òf' (ɔːf), dat 'af' betekent.

Combinaties

In het Gronings worden vaak klinkers "ingeslikt" of net even anders uitgesproken in een combinatie. Ondanks dit inslikken, wordt het woord wel voluit geschreven, dus niet loopm of loopn, maar gewoon lopen.

combinatieuitspraakvoorbeeld uitspraak
-pen, -ben, -venb̥m̩lopen [ˈloub̥m̩] lopen, hebben [ˈɦɛb̥m̩] hebben, even [ˈeib̥m̩] even
-mennemen [ˈnẽm̩] nemen
-ten, -dend̥n̩peerden [ˈpɪː(r)d̥n̩] paarden, proaten [ˈprʊːd̥n̩] spreken, praten
-zenzn̩lezen [ˈleizn̩] lezen
-nen, -ndenrunnen [ˈrʏn̩] rennen, landen [ˈlan̩] landen
-kenɡŋ̩moaken [ˈmʊːɡŋ̩] maken
-chtenxŋ̩wachten [ˈʋaxŋ̩] wachten
-genŋmaggen [ˈmaŋ̩,̩] mogen
-elnɐɫnkwedeln [ˈkʰʋ̥eidɐɫn, ˈkʰʋ̥eirɐɫn] kletsen
-ernə(r)nvouern [ˈvɔu̯ə(r)n] voederen
schr-sxr, sʁschrieven [ˈsxrib̥m̩, ˈsʁib̥m̩] schrijven


Gevolgd door een -e
Als bepaalde medeklinkers gevolgd worden door een -e veranderen ze van klank. Dit verschijnsel komt vooral in het Veenkoloniaals voor.

letterHoogelandstersVeenkoloniaals
kmok [mʊkʰ]mokke [ˈmʊɡə]
pklomp [kʰlʊmpʰ]klombe [ˈkʰlʊmbə]
sschaans [sxaːns]schaanze [ˈsxaːnzə]
ttìnt [tˢʰɪ̃ː(n)tˢ]tìnde [ˈtˢʰɪ̃ː(n)də]
fplof [pʰlɔf]plovve [ˈpʰlɔvə]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten